veraboesten.reismee.nl

Ecuador en nogmaals Colombia

Vanwege een storing bij deze site is mijn laatste reisblog (nog geschreven in Zuid-Amerika) enkele weken vertraagd. Inmiddels ben ik alweer 3 weken terug in Nederland, nog steeds niet helemaal gewend en tegelijkertijd is het ook heel normaal om weer hier te zijn.
Ik heb besloten dat ik de Zuid-Amerika vibe nog even wil doorzetten in Nederland, vandaar dat ik tot nu toe ook nog niet bereikbaar ben geweest per telefoon, en dat ik het liefst per dag bekijk wat ik wil doen.

Hier mijn blog, geschreven op 2 juli 2014

Na 177 dagen gereisd te hebben is het tijd om terug te gaan naar Nederland. Heel gek. Zo enorm veel gedaan, gezien, gelachen, geleerd, gefeest, gerelaxt en af en toe ook gehuild en geschreeuwd. Ik had gedacht dat reizen alleen maar leuk en fijn zou zijn, en had ook heel graag hier kunnen typen dat ik het alleen maar heel erg leuk heb gehad, maar dat is niet waar. Ik heb het grotendeels zeker heel leuk gehad, maar reizen is zeker niet als vakantie. Soms was het echt vermoeiend, steeds nieuwe mensen ontmoeten en daar energie in steken, om vervolgens na een paar dagen alweer afscheid te moeten nemen. En overal op je hoede moeten zijn om niet afgezet of bestolen te worden, of lange busritten over hobbelige weggetjes met keiharde Zuid-Amerikaanse volksmuziek in je oren. Het voegt zeker iets toe aan de ervaring, maar het is soms enorm wennen en kost energie. En daarnaast ben ik tijdens mijn reis ook veel geconfronteerd met mezelf, wat ik niet altijd even leuk vond.

Na Colombia ben ik samen met Marvin doorgereisd naar Ecuador, om te beginnen in de hoofdstad Quito. Quito ligt redelijk hoog en was dus ook mega koud wanneer er geen zon was. Verder ligt Quito precies op de evenaar en zijn we vanuit hier naar Mitad del Mundo 'het middelpunt van de aarde' gegaan (00,00). Daar aangekomen bleek het middelpunt van de aarde ooit verkeerd berekend te zijn (stupid Americans) en was de oorspronkelijke berekening van de Inca's de correcte, maar aangezien het museum inmiddels al was gebouwd en het echte middelpunt zich ergens op een drukke autostraat bevond, hebben we het échte middelpunt niet kunnen zien. Verder was Quito weer een grote stad waar we niet perse lang wilden verblijven, dus na wat rondgelopen te hebben door de parken en de straatjes zijn we buiten Quito naar een Spa gegaan om uit te rusten van deze enorm zware dagen. De baden met verschillende temperaturen lagen midden in de bergen, en omdat we zo hoog waren vlogen de wolken vlak boven ons over terwijl wij wegrimpelden in het hete water - heerlijk!
Toen we vanuit Quito wilden vertrekken naar Baños hoorden we ineens over een rave-festival op een eiland in de jungle in Ecuador. Vrijwel meteen besloten we ons plan om te gooien en op zoek te gaan naar dit mysterieuze festival. Met een paar vage aanwijzingen gingen we op pad. Onderweg naar Tena is helaas een van onze tassen (met laptop!) gejat door een jongen die kauwgom verkocht in de bus. Toen we er eenmaal achter kwamen dat die tas weg was (en ik vrij veel stampij in de bus heb gemaakt), vertelden een paar mensen dat ze de jongen hadden zien weglopen met een tas die niet van hem was, maar dat ze ''niet wisten van wie die tas dan wel was''. Echt proactief of behulpzaam zijn de mensen hier niet..
De volgende dagen in Tena hebben we vooral heerlijk gegeten en getracht een tent te zoeken voor het festival, maar tevergeefs. We besloten gewoon zonder tent te gaan en wel te zien hoe we het zouden oplossen. Met een paar extra aanwijzingen vonden we de hectometerpaal van waaruit we de jungle in moesten lopen, een rivier moesten oversteken met een kabelbaan of klein roeibootje, om vervolgens nog een stuk door de jungle te lopen en aan te komen op een prachtige plek. Hangmatten, houten vlonders, vlinders, vogels en heel veel muggen. Wij als Nederlanders waren natuurlijk stipt op tijd, helaas de organisatie en de andere bezoekers niet, het festival zou pas over een uur of 6 beginnen. Ook het festival zelf bleek helaas niet te zijn zoals we hadden gehoopt, in Nederland weten mensen echt hoe ze moeten feesten, hier snappen mensen dat nog niet zo goed. Zodra de muziek begon kwamen er heel langzaam wat mensen zo ver mogelijk van de dj-booth af staan en schuifelden langzaam heen en weer op het ritme. Het toppunt van de 'rave' was een dj die plots stopte met draaien, een beat aan zette en begon te rappen. Het idee is leuk, misschien, maar de uitwerking was redelijk lachwekkend. Ondanks dat dit feest volgens Nederlandse termen absoluut niet als rave bestempeld mag worden, hebben wij ons prima vermaakt.
Baños was onze volgende bestemming: tijd voor wat actie! Ik keek al vanaf het begin van mijn reis uit naar deze plek omdat er hier een schommel is waarbij je boven een enorm dal schommelt en uitkijkt over de bergen. Toen we samen een 4wheeldrive huurde en door de bergen scheurden richting Casa del Arbol (de schommel) begon het kind in mij al zachtjes te giechelen van plezier. Daar boven aangekomen was er overal alleen maar mist, dus was er niks van het beloofde uitzicht te zien! En daar bovenop kwam nog dat de schommel gesloten was!! (iets met gevaar om uit te glijden door regen of zulke onzin) Het kind in mij was enorm teleurgesteld en eigenlijk ook een beetje boos. Daarom besloot ik maar om van een brug af te springen, met wat veiligheid wel. Wat was dat een gave ervaring! Adrenaline vermengde zich met angst toen ik op het punt stond te springen, maar op het moment dat ik van die brug richting een rivier sprong vond ik het al jammer dat het al voorbij was. Totale overgave, geen angst meer. De adrenaline kickte later pas weer in, toen ik weer op mijn voeten op de grond stond. Een bijkomend positief effect van de sprong was dat de enorme knoop die al weken in mijn nek zat eruit werd gekraakt.
Na Baños zijn we naar Montañita vertrokken, strand en feest! Aan de ene kant was het er verschrikkelijk, deed het me denken aan een fout vakantieoord in Spanje, aan de andere kant hebben we hier eindelijk op lekkere muziek kunnen dansen en aan het strand kunnen relaxen. Vanuit Baños zijn we met een boot de open zee op gegaan om, jawel, walvissen te spotten. Wat een enorm indrukwekkende beesten zijn dat! Springend uit het water (wat ik knap vind met zo'n gewicht), dolfijnen die er omheen sprongen en speelden, prachtig. Een mega grote, helaas dode, zeeschildpad gezien en tijdens het snorkelen nog meer vreemde vissen, krabben en zeesterren gezien.
Na Baños zijn we via Puerto Lopez terug naar Quito gegaan, van waaruit we eigenlijk nog naar Panama wilden. Een vrij last-minute plan wat dan ook niet waargemaakt kon worden, wat betreft geld en tijd. Omdat we allebei terug moesten naar Bogota voor onze terugvlucht en we daarvoor nog 2 weken de tijd hadden besloten we om terug te gaan naar de plekken in Colombia waar we het meest hadden genoten.

Medellin was daar zeker een van, rare feestjes en leuke mensen. Op mijn verjaardag besloten we om over Medellin heen te vliegen, te paragliden. Wauw wauw wauw. Wat een bijzondere ervaring. Ik zou zo graag een vogel willen zijn.
Na Medellin vertrokken we voor een laatste weekje naar de kust, Palomino. Hier waren we nog niet eerder geweest maar hadden we hele goede verhalen over gehoord. Palomino bleek echt de perfecte plek om onze en mijn reis af te sluiten. Jungle die overloopt in een prachtig wit strand met blauwe zee. En na de laatste anderhalve maand in Colombia en Ecuador winter te hebben gehad (en dus amper zon te hebben gezien), was het ook heerlijk om weer een keer weg te drijven in je eigen zweet. Nooit gedacht daarvan te kunnen genieten. Het enige actieve wat we hier hebben gedaan is voetbal kijken (yesss!!) en op een tube zijn we de jungle door gedreven op een rivier die uiteindelijk uitmondde in de zee. Eigenlijk is het echt zonde dat elk uitzicht zo snel went, want na 6 maanden in Zuid-Amerika te zijn geweest is er eigenlijk nog weinig wat echt nog een grote indruk op me achter laat. Maar ik heb mijn best gedaan met nieuwe ogen van de omgeving te genieten, en dat is me redelijk gelukt. Prachtige bomen, slangen die in het water met ons mee zwommen (ieeh!) en de hele sereniteit die de omgeving had. Ik wil niet weg!
Inmiddels zit ik in mijn eentje in Bogota, nadat we nog een nachtje in Santa Marta met twee vrienden uit Palomino heel goed hebben gefeest hebben we een bus naar Bogota gepakt en heb ik Marvin op het vliegtuig gezet. Heel gek om na 3 maanden 24/7 met iemand te zijn geweest nu weer alleen te zijn. Ik vind het niet moeilijk om alleen te zijn, dat niet. Na 3 maanden in mijn eentje te hebben gereisd is daar wel iets in veranderd voor mij, ik vond het vroeger enorm moeilijk om alleen te zijn, nu kan ik er wel van genieten. Ik hoop dat ik dat in Nederland zo kan houden.

Aan de ene kant kijk ik er enorm naar uit om weer in Nederland te zijn en mijn familie en vrienden weer te zien, een eigen kamer te hebben, een eigen bed, en niet uit een tas te hoeven leven met maar 4 setjes kleding (meer heeft een mens eigenlijk echt niet nodig, maar leuk is het wel om meer kleren te hebben). Aan de andere kant vind ik het best moeilijk dat het reizen is afgelopen en dat ik weer terug moet gaan naar 'het normale leven'. Op het moment voel ik me melancholisch en moe. De afgelopen drie maanden met Marvin zijn naast heel fijn en mooi ook best pittig geweest. Ik denk dat ik het samen met iemand reizen best heb onderschat, het is intensief om constant op elkaars lip te zitten en rekening met elkaar te willen/moeten houden. Alleen reizen is wat dat betreft eigenlijk makkelijker, maar ik ben enorm blij dat ik ook samen met hem heb kunnen reizen en deze bijzondere ervaring met hem heb mogen delen en zo dicht bij iemand heb mogen komen en mezelf zo open heb kunnen stellen voor iemand. Ik kan oprecht zeggen dat ik heel erg heb genoten! Sommige vrienden en familie hebben me ook echt in andere staat gesproken, en ik kan ook niet ontkennen dat ik het soms zwaar heb gehad, maar ik ben heel blij dat ik met een tevreden, voldaan en gelukkig gevoel terug mag kijken op mijn reis.

Oke, voordat ik echt emotioneel ga worden zal ik jullie nog even verblijden met wat leuke feitjes over mijn reis:
- Ik heb in totaal 177 dagen doorgebracht in Zuid-Amerika
- Ik heb in totaal 4 landen bezocht
- Ik heb in totaal 37 steden bezocht
- Ik heb in totaal in 73 verschillende bedden geslapen
- Ik ben in totaal in 6 verschillende ziekenhuizen geweest
- Ik heb in totaal mega veel geld uitgegeven
- Ik heb in totaal 4x op een boot gezeten
- Ik heb in totaal in 6 verschillende vliegtuigen gezeten (terugvlucht meegerekend)
- Ik heb in totaal in ontelbaar veel bussen gezeten, geprobeerd te liggen en geprobeerd te slapen
- Er zijn in totaal 4 elektronische apparaten die ik mee had/hier had gekocht kapot gegaan
- Ik ben in totaal 62 sokken kwijtgeraakt
- Ik heb in totaal ontelbaar veel jointjes gerookt (sorry mam, het was groepsdruk!)
- Ik heb in totaal heeeeeel veel muziek gemaakt
- Ik heb in totaal heeeeeeel erg veel genoten

Colombia

Yess, na 3 maanden in mn eentje door Zuid-Amerika gereisd te hebben vloog ik naar Bogota, Colombia om Marvin op te halen en de laatste maanden samen te reizen. Hoe heerlijk ik het ook heb gevonden en hoe goed het ook voor me was om in mijn eentje te reizen, het is heerlijk om alles wat ik meemaak op deze reis eindelijk echt te kunnen delen met iemand, en niet alleen de verhalen te vertellen.

Colombia is een land met veel vreemde gebruiken. Zo wordt er overal (op straat en in winkels) drinken uit zakjes verkocht, water drinken mensen hier dus ook uit een plastic zakje. Je scheurt er een gaatje in met je kiezen en knijpt vervolgens de inhoud uit in je mond. Oh en het water smaakt gewoon naar chloor. Verder komen er in elke bus verkopers binnen die de gekste dingen verkopen, van anti-soa/erectiemiddelen tot kauwgum tot puppy\'s tot kip met patat. De bussen stoppen hier trouwens ook op elke willekeurige plek waar mensen eruit willen, of dat nou op een drukke snelweg of een klein zijstraatje is. Oh en een verkeersbord met daarop een paard en wagen is in sommige dorpjes ook vrij normaal. Daarnaast lopen veel mannen hier op straat met hun shirt omhoog zodat hun uitpuilende buik lekker vrij kan hangen en ze er lekker overheen kunnen wrijven. Waar Zuid-Amerika naar mijn idee een land van mañana mañana is, hoor je in Colombia vaker venga venga dan je lief is. Wat ik ook vreemd vind aan Colombia is dat er overal op straat verkopers staan, die naar je fluiten of roepen alsof je een hond bent die op deze manier op ze af moet komen.

We begonnen onze trip in Bogota, in de wijk la Candelaria. Overal op de muren was streetart en in een park hingen mensen in bomen circusachtige trucjes uit te voeren of muziek te maken. Na wat tijd te hebben rondgestruind en Marvin\'s hoogtevrees te hebben getrotseerd met het beklimmen van een uitkijkpunt over de hele stad, zijn we doorgereisd naar San Gil. Dit is een stadje ten noorden van Bogota waar veel geraft en gemountainbiked wordt. Helaas leek het ons niet zo\'n goed plan om zo snel na mijn ongeluk weer zoiets actiefs te ondernemen en hebben we vooral van het lekkere weer genoten. We zijn een stukje gaan lopen en stuitte zo per toeval op het mooiste stukje aarde ter wereld! Een oase van groen, een waterval waar we achter langs konden lopen, vogels cirkelend boven ons en een enorme varaan onderweg naar de volgende waterval. Het was echt prachtig.
Na San Gil zijn we de jungle in gegaan. Na een busreis van een paar uur moesten we met de boot verder reizen, 8 uur lang tegen een wildvreemde vent aangedrukt. Top. Eenmaal aangekomen moesten we nog 2uur met een auto om op onze eindbestemming te komen: Mompox. Dit was echt een jungle dorpje. Bloedheet (rond de 40 graden) en een luchtvochtigheid van 90%, hagedissen op de muren, leguanen langs de kant van het water, op straat klonk overal salsa muziek en oude mensen zaten de hele dag voor hun deur niks te doen. Tranquilo, is het woord dat het best de sfeer in dit dorpje omschrijft. Ik heb me slechts 1 moment een beetje ongemakkelijk gevoeld hier, dat was toen twee mototaxi\'s elkaar tegemoet reden, hun nekken verrekten bij het omkijken naar mij(n lange haren? blanke huid? mooie schoenen?) en vol tegen elkaar opbotsten. De twee mannen stapten uit, bekeken de schade niet eens, maar riepen iets vleiends naar me en schudden elkaar een hand. Tranquilo ;)

Na Mompox zijn we door gereisd naar Cartagena, om hier eigenlijk al vrij snel weer weg te gaan. Cartagena schijnt een hele toffe stad te zijn om te feesten en uitstapjes naar eilanden te maken, maar wij hadden beiden niet echt behoefte om lang in deze stad te blijven. Daarnaast is Colombia echt duurder dan landen als Peru en Bolivia, de prijzen hier zijn Europees, dus om met zijn tweeën op budget te blijven kunnen niet in elke stad dure uitstapjes gemaakt worden. We kozen er voor door te reizen naar Santa Marta, en eigenlijk voelden we hier ons al bij aankomst op het bus terminal thuis. Geen schreeuwende taxi-drivers die je proberen af te zetten, geen nare verkopers. Een heerlijke temperatuur met een klein briesje. Na een tijdje alleen maar met z\'n tweeën gereisd te hebben, waren we allebei wel toe aan samen zijn met andere mensen om ons heen. We vonden een heel chill hostel en zagen overal in de stad posters hangen van een reggae-festival op het strand. Hier besloten we mijn 100ste dag op reis te vieren, Colombian style! In Santa Marta zelf is eigenlijk vrij weinig te doen, vanuit de stad worden tours naar Ciudad Perdida georganiseerd of kun je naar Parque Tyrona gaan. Helaas door Marvin z\'n narcolepsie is het wel lastig om een meerdaagse hike te doen, maar ik heb in mijn eerste 3 maanden reizen wel genoeg hikes gedaan en genoeg Inka ruïnes gezien. En Santa Marta was een perfecte plek om te relaxen, te feesten, lekker te eten en door de kleine straatjes of over de boulevard te struinen. Na een week zijn we naar Minca vertrokken, 40 minuutjes van Santa Marta vandaan, midden in de jungle. Prachtig uitzicht, prachtige watervallen en jungle-hikes en een hele lieve hond die overal met ons mee naartoe ging. Op een vreemde reiki-massage met rare na-effecten na, was dit een van mijn favoriete plekken van Colombia.

Na ruime tijd aan de kust van Colombia te zijn geweest zijn we weer richting het binnenland vertrokken met een 18 uur durende bus naar Medellin. Regen en bewolking. Bah. In Medellin zijn we Saskia tegengekomen, een vriendin die ik van vroeger werken bij Venezia in Utrecht ken. Heerlijk om me weer even meisje te voelen en samen met Sas te kletsen, lachen, dansen en oude kinderliedjes te zingen. We hebben een Free Walking Tour gedaan, zijn naar een nationaal park gegaan wat niet de moeite waard was, en hebben vanuit een cable-car de hele stad bekeken. De sfeer in Medellin was heel relaxt, de mensen wat minder opdringerig qua verkoop, en op zondag was er op straat zelfs live muziek en dansende mensen. Samen met een groepje mensen zijn we naar een wedstrijd Medellin-Bogota gegaan, wat een beleving. Zoals in Utrecht bij een wedstrijd mensen op de Bunnik-side helemaal los gaan met spandoeken en brandende fakkels, zo ging hier het hele stadion los. Medellin won met 3 - 0.
Vanuit Medellin zijn we een paar dagen naar Guatapé gegaan met Saskia en nog twee anderen. Guatapé is een klein dorpje met gekleurde huisjes, tekeningen op alle muren en heel veel groen en water. Na een prachtige hike om het water heen kwamen we aan bij El Peñol, een enorme rots met daarin een trap omhoog, van waaruit het uitzicht over het land en het water echt prachtig is. Verder was Guatapé vooral heel rustgevend. Muziek maken, jointjes roken, poging tot schilderen en wat yoga was hier onze relaxte daginvulling.

Na Guatapé kwam Salento, met de Cocora Valley als hoogtepunt. Een prachtige vallei met palmbomen van 60 meter hoog. Het eerste stuk hebben we met paarden gereden, iets waar ik eigenlijk heel bang voor ben en meestal dus maar doe alsof ik er een hekel aan heb. Maar het was zo tof! In het begin was ik vrij angstig en had ik liever niet dat het paard onverwachtse bewegingen maakte, maar na een tijdje te hebben gereden door de velden en door het water de jungle in, raakte ik gerust en kon ik genieten. Doordat we vrij hoog zaten was er veel bewolking, wat de vallei een mistiek karakter gaf en waardoor de palmbomen plots voor ons omhoog schoten wanneer er een wolk voorbij vloog. Een ander hoogtepunt van Salento waren de pindakaas-brownies die ze daar verkochten.

Na anderhalve maand Colombia hadden we het allebei wel gezien, en waren we toe aan een nieuw land en nieuwe mensen. Na nog even in Cali te zijn geweest hebben we een nachtbus naar de grens van Ecuador gepakt, om onze reis daar verder voort te zetten. Inmiddels zijn we al 2 weken in Ecuador, nu aan de kust in Montañita.

Sinds ik niet meer in mijn eentje reis is er echt een nieuw deel van mijn reis begonnen. In mijn eentje heb ik veel geleerd, maar nu we samen reizen word ik veel geconfronteerd met mezelf. En dat is echt niet altijd leuk en verloopt ook niet altijd soepel, maar het biedt me wel veel mogelijkheid te groeien en op mezelf te reflecteren. Ik heb het idee dat ik in de afgelopen maanden mezelf nog beter heb leren kennen, en dat voelt heel fijn.
En nu is echt de laatste maand van mijn reis aangebroken, de laatste 3,5 week zelfs! Het is zo raar om ineens in weken te moeten rekenen, het klinkt nog maar zo kort! De komende weken zullen we hier in Ecuador de eerste WK-wedstrijden van Nederland bekijken, mijn verjaardag vieren en een laatste tocht door de jungle doen.

Hasta luego!
Besos desde Ecuador

Bolivia II - Peru III

(Deze blog ben ik een tijdje terug begonnen, dus inmiddels ben ik op dag 110)
Dag 100! Vandaag ben ik 100 dagen in Zuid-Amerika, 100 dagen op reis, 100 dagen volop aan het leven!



Dat ik in mijn vorige blog heb geschreven dat dat deel van mijn reis in het teken stond van littekens, lijkt nu een beetje hypocriet. Het vervolg van mijn reis stond namelijk in het teken van littekens, open wonden en ziekenhuizen..



Na carnaval gevierd te hebben in Sucre, ben ik naar La Paz vertrokken om een paar dagen met Lisa en Lando (twee vrienden uit Utrecht) te reizen. Vanuit La Paz hebben we de Valle de la Luna bezocht, wat we allemaal niet zo boeiend vonden als ons was verteld. De volgende dag hebben we Chacaltaya (5300 m hoog) beklommen. Bizar om ineens zo hoog en in de sneeuw te staan en te beseffen dat dit niet zo lang geleden nog een ski-oord was. De volgende dag zijn we met nog twee jongens uit Utrecht (Arjan en Pieter) naar El Alto gegaan. Dit is de snelst groeiende stad van Bolivia en met 4100 m de hoogst gelegen metropolis van de wereld. In El Alto bezochten we een markt en hebben we \'s middags een cholita\'s wrestling game bekeken. Hierbij moet je je Boliviaanse vrouwen in klederdracht voorstellen, met elkaar \"vechtend\". Alles natuurlijk nep en enorm slecht, maar heel leuk om te zien hoe de locals zo op gingen in en genoten van het vermaak.
Het was voor mij heel gek om ineens met mensen te reizen die ik al langer kende. Ik hoefde ineens niet meer uit te leggen wie ik was, waar ik vandaan kwam en wat ik deed. Én ik kon ineens gewoon Nederlands praten! Hier heb ik de eerste paar dagen enorm veel moeite mee gehad. Ik had moeite met op bepaalde woorden komen en sprak soms zonder het door te hebben Engelse of Spaanse woorden midden in mijn zinnen. Ik vond het aan de ene kant heerlijk dat ik eindelijk met mensen was die me al kenden, aan de andere kant betekende het ook dat ik niet meer in mn eentje aan het reizen was en ik me iets minder uitgedaagd voelde en iets meer afhankelijk was van (lees: rekening wilde houden met) anderen.



Vanuit La Paz ben ik samen met Arjan en Pieter naar Sorata gegaan om daar te mountainbiken. Na 5 uur achterin een busje met mini-zitplaatsen gezeten te hebben (ik snap die mini-zitplaatsen niet, Bolivianen zijn over het algemeen wel klein qua lengte, maar zeker niet qua breedte!), kwamen we aan in het prachtige Sorata. Wauw, omringd door bergen, een rivier door een vallei met honderden bomen en bloemen, en dit alles konden wij bekijken vanaf het zonovergoten terras van het hostel. Na een middagje gerelaxt, spelletjes gespeeld (Yaniv!) en lekker gekookt te hebben, kwamen we er al gauw achter dat dit stadje dat zo bekend stond om de mooie mountainbike-tochten, nergens meer mountainsbikes verhuurde. Helaas, waar we voor waren gekomen moest dan maar veranderen in een hike-tocht door de vallei. Een stukje lopen door de bergen was door de hitte en altitude al best pittig, zeker met het tempo waarin Pieter voor ons liep. \'s Avonds in het hostel op het terras speelde een klein, jong hondje rond onze benen. Plots werden mijn voeten target en werd ik van achter aangevallen en zomaar gebeten. Een kleine scratch, maar genoeg om eventuele rabiës over te kunnen brengen.. De volgende ochtend meteen een bus terug naar La Paz genomen om een inenting in het ziekenhuis te halen. Het is eigenlijk een beetje een laf verhaal, om van een hondje ter groote van een fles wijn (waarom kan ik dit als enige vergelijkingsmateriaal bedenken?), en een scratch ter groote van een kurk (om in de sferen te blijven) rabiës inentingen te moeten krijgen.
We besloten om dan maar een mountainbike-tour te doen vanuit La Paz. De Death Road (El Camino de la Muerte) is de meest populaire mountainbike-route in Bolivia, en ook de meest gevaarlijke. Met watervallen die van 300 meter hoogte voor ons neer kletterden biketen we door prachtige bergen en valleien, over een smal weggetje met enorme afgronden en overal losse keien op de weg. Dit laatste is (volgens ooggetuigen Arjan en Pieter) mijn valkuil geworden - letterlijk. Na 3,5 uur keihard downhill biken en enorme adrenaline te voelen gieren op de gevaarlijke stukken, ging het 5 minuten voor het einde fout. Ik kan me zelf niks meer herinneren, maar schijnbaar zijn er in een bocht losse keien in mijn voorwiel gekomen die ervoor gezorgd hebben dat ik over de kop ben gevlogen en bewusteloos ben geraakt. Ik herinner me dat ik wakker ben geworden in een auto en overal enorme pijn had en pissig was op degene die me in mijn schouder aan het prikken was (jodium was de boosdoener). Een flinke hersenschudding, een driedubbel zo dikke knie die 6 verschillende kleuren had en grote schaafwonden op verwonderlijke plekken (wang/oog, nek, schouders, borst, onderrug, heupen, knieën). Ik besefte me heel goed dat ik enorm veel geluk had gehad dat ik naar de rechterkant was gevallen en niet naar links - de afgrond in. Maar alsnog heb ik me enorm klote gevoeld, emotioneel instabiel en totaal afhankelijk doordat ik amper kon lopen of iets kon tillen en snel moe was. Zeker toen ik na twee dagen verzorgd te zijn en gezelschap te hebben ineens weer alleen was en vanalles met verzekeringen en ziekenhuizen moest regelen. Spaans moeten spreken en steeds heen en weer naar een ziekenhuis moeten, en het eigenlijk allemaal alleen willen doen/kunnen maar me beseffen dat ik dat op dat moment simpelweg niet kon. En ik vond mezelf tegelijkertijd ook heel zielig. Dat hielp niet echt, selfpity.
Na een paar helse dagen in mn eentje hebben Arjan en Pieter me weer opgezocht en zijn we samen richting Peru gereisd. Eerst Copacabana (2e keer voor mij), vervolgens Arequipa (ook 2e keer voor mij). Het was fijn om weer op pad te zijn en weer terug in Peru te zijn. Naar mijn ervaring zijn Peruvianen echt veel vriendelijker en behulpzamer dan Bolivianen. In Arequipa mijn 3e rabiës vaccinatie moeten krijgen, wat een heel gedoe was, maar als \"hulpeloos\" meisje in je eentje krijg je veeeeeel gedaan.



Na Arequipa ben ik in mijn eentje naar Paracas gereisd, een kustplaatsje ten zuiden van Lima. En voor het eerst in een paar weken voelde ik me weer heerlijk! Ik kon weer normaal lopen en mijn eigen backpack dragen, was nog wel snel moe maar kon mijn eigen gang weer gaan! Het was heel fijn om even bekenden om me heen te hebben gehad., maar om te merken dat ik echt weer op mijn eigen benen kon staan (letterlijk en figuurlijk), was heel prettig. In Paracas heb ik vooral geluierd op het strand, boekje gelezen in een hangmat en heerlijk gegeten. Vanuit Paracas heb ik de Islas Balletas bezocht worden, ook wel de mini-Galapagos-eilanden genoemd. Geen eilanden om te chillen, de bewoners van de eilanden zijn zeeleeuwen, pinguïns, pelikanen en enorme krabben.
Na Paracas nog 1 nachtje in Lima overnacht, in een heel schattig hostel op 15 hoog met uitzicht over de hele stad (met de nodige overlast van toeterende auto\'s en bussen). En vanuit Lima ben ik de volgende dag naar Colombia, Bogota gevlogen.



Inmiddels ben ik al 3 weken in Colombia, en word het alweer tijd voor een nieuwe blog. Ik merk dat ik minder makkelijk tijd maak om te schrijven nu ik niet meer in mijn eentje reis, maar dat het wel heel fijn is als ik er eenmaal de tijd voor neem.

Peru II - Bolivia I

Het tweede deel van mijn reis lijkt in het teken te staan van littekens. Elke hike, busrit, avond stappen of relaxdag komt er een bij. Inmiddels heb ik een mooie verzameling herinneringen op mijn benen weten te krijgen.


In Arequipa voelde ik me vrij snel thuis, op straat werd ik eindelijk niet meer elke meter aangesproken of ik een massage of een zonnebril wilde kopen als in Cuzco (zelfs als je twee zonnebrillen op je hoofd en drie in je handen hebt vragen ze het daar nog!). De stad deed me denken aan Rome (ookal ben ik daar nog nooit geweest). Arequipa wordt ook wel de White City genoemd, onder anderen vanwege alle witte gebouwen (in de rest van Peru hebben de meeste gebouwen kleur). Wat verder kenmerkend is voor Arequipa zijn de condor’s, deze reusachtige vogels zweven boven de stad en rond de Colca Canyon. In het hostel waar ik verbleef ontmoette ik al snel een meisje die ik in Huanchaco ook al had ontmoet, en samen met nog wat anderen besloten we te gaan raften. Ondanks de waarschuwingen van vele touroperators dat het te gevaarlijk is om te raften in het regenseizoen omdat de rivier dan te wild is, zijn we toch gegaan. Ik kan na deze ervaring opnieuw concluderen dat adrenaline heerlijk is! Op een wilde rivier met scherpe rotsen, stroomversnellingen en afdalingen werkten we onszelf naar beneden. Halverwege stopten we om van een hoge rots in het water te springen. Misschien ben ik stiekem een pussy, maar de adrenaline gierde weer door mijn lichaam. Like a drug, loving it! Littekens zijn aanwezig.
De meeste mensen die Arequipa bezoeken doen dit om vanuit hier de Colca Canyon te bezoeken. Oorspronkelijk was ik dit ook van plan te doen, maar de dagen dat ik er was, was de weg naar de Canyon geblokkeerd door protesterende boeren die geen geld ontvangen van de touroperators. Na een aantal angstaanjagende verhalen te horen van kamergenoten besloot ik om de Canyon niet te bezoeken en de protesten op deze manier een beetje te steunen. Na nog een paar dagen gerelaxt te hebben in Arequipa en genoten te hebben van het weer, besloot ik dat het tijd was voor actie! Samen met een groep van 6 jongens en twee gidsen heb ik een actieve vulkaan beklommen. Bepakt met 6 liter water per persoon, een tent, slaapzak, matje, eten en warme kleding, begonnen we dapper onze tocht. Door de altitude en de moeilijkheid van de hike kon ik helaas bijna niet om me heen kijken om van het uitzicht te genieten, duizeligheid en vlekken voor mijn ogen. Met handen en voeten beklimmen we grote rotsen en banen we onze weg naar boven. Na een hike van 6 uur komen we eindelijk op ons basecamp aan (4200 m hoogte). Midden in de wolken is het plots ijskoud en moeilijk om te ademen. We zetten onze miniscule tentjes op en gaan op zoek naar takken om een vuurtje te maken. Na een warme soep proberen we te slapen, het is pas 18.00 maar om 01.30 moeten we weer op om naar de top te hiken. Na een korte nacht is het opstaan pittig, een van de jongens van de groep besluit op het basecamp te blijven en niet verder te hiken. Het wennen aan de hoogte is echt pittiger dan gedacht. Buikkrampen, moeite met ademen en hoofdpijn is part of the deal. Aangekomen op 4800 meter (zo hoog als de Mont Blanc) word ik teruggestuurd door een van de gidsen. Mijn buikkrampen nemen me helaas over en rechtop lopen wordt moeilijk. Het voelt enorm als falen om niet verder te klimmen, maar ik realiseer me dat het gewoon niet haalbaar is. De gids vertelt me dat maar 70% van de hikers de top van de vulkaan redt (5200 meter), het helpt me niet echt om te realiseren dat ik bij de falende 30% hoor (stiekem wilde ik dit ook liever niet in mijn blog schrijven haha). Het uitzicht is op 4800 meter adembenemend, hoe gaaf zou het zijn om nog hoger te zijn en bovenaan de krater te staan? In anderhalf uur dalen we af, skiënd op vulkanisch zand glijden we naar beneden (hier en daar een evenwichtsfoutje zorgt voor nieuwe littekens).


Met een dubbel gevoel verlaat ik Arequipa, ik had hier echt mijn plek gevonden. Leuke mensen in het hostel, heerlijk weer en een relaxte sfeer in de stad. Maar in de volgende stad waar ik heen ga, Puno, is nu een groot festival aan de gang waar ik graag heen wil: Festival de Virgen de Candelaria. Het is een soort carnaval, overal op straat zijn fanfares, en dansende, verklede mensen. Ik kijk echt mijn ogen uit. De hele stad is gevuld met kleur, muziek en drinkende mensen op straat vanuit heel Peru. De fanfares dragen een troon met daarop een eng uitziende pop in een lange jurk, de Virgen del Candelaria. De rest van de mensen in de tocht dragen kaarsen. Sommige kostuums doen me denken aan Azië, grote draken en angstaanjagende maskers. In de avond zie ik het mooiste vuurwerk dat ik ooit heb gezien. Ik snap niet goed waarom we in Nederland zulk saai vuurwerk hebben. Het vuurwerk begint volgens het programa om 20.00, dus om 22.30 wordt de eerste vuurpijl aangestoken. Een kasteel van vuurwerk licht voor ons op, met overal bewegende cirkels en in de lucht springende spiralen. Een mannetje van vuurwerk danst in het midden. Het is kunst! Op straat dansen oude vrouwen en nemen ze shotjes pisco en drinken ze bier. Het is onmogelijk om niet mee te dansen, mensen sleuren je mee en we verdrinken langzaam in de optocht.
Na drie volle dagen non-stop muziek gehoord te hebben (een herhaling van 5 verschillende nummers) ben ik het festival wel zat en besluit ik de eilanden te bezoeken. Puno ligt aan de Peruviaanse kant van Lago Titicaca, het hoogst gelegen meer van de wereld. Op de boot naar de eilanden moet je dan ook uitkijken om niet levend te verbranden. De temperatuur zou hier 8 graden zijn, maar door de hoogte is het veel en veel warmer als de zon er is. Samen met twee Australiërs verblijf ik op het eiland Amantani bij een lokale familie. Een miniscuul huisje waar onze tijdelijke moeder voor ons kookt en waar we een bed krijgen waar onze voeten uitsteken. In gebrekkig Spaans proberen we te communiceren. In de avond hiken we omhoog naar de Sungate, vanaf hier is het uitzicht zo adembenemend mooi! De lucht ziet er uit als het Noorderlicht (opnieuw een vergelijking met iets wat ik nog nooit in het echt heb gezien). Later in de avond is het grote feest waar het meisje van onze familie het al de hele dag over heeft. Ik word in traditionele kleding gehuld en we vertrekken naar het grote feest. Hier lachen we ons kapot. Wij als westerlingen verwachtte een zaal met lampen, een bar en muziek. De realiteit is een klein zaaltje, een tafel met 6 biertjes, 6 cola’s en 6 Inca Cola’s, en een jongen zonder ritmegevoel die een trom bespeelt, plus een fluit en een panfluit die samen net geen harmonie spelen. De locals dansen in een kring en sleuren ons mee. Na een uur zijn de meeste mensen kapot (laten we de altitude de schuld geven van onze slechte conditie) en na een uur taait iedereen af.
Mijn laatste avond in Puno, mijn laatste avond in Peru besluit ik dat dit mijn laatste kans is het meest typische gerecht van Peru te eten: Cuy (cavia). Voor een gedetailleerd verslag hiervan kun je binnenkort foto’s op mijn facebook bekijken.


Na Puno ga ik de grens over naar Bolivia, naar Copacabana, ook aan Lago Titicaca. De grens is een lachertje. Copacabana is een echte hippie-stad, overal op straat Argentijnen die hun eigen gemaakte siraden en koekjes verkopen, muziek maken of jongleren (ik denk dat bijna 90% van de mensen die hun eigen spullen verkopen in Zuid-Amerika van Argentijnse afkomst zijn). Verder overal biologische en vegetarische restaurantjes en kleine winkeltjes met Boliviaanse kunst en kleding. En het is hier spotgoedkoop! Alles is ongeveer half zo goedkoop als in Peru. Ik voel me hier wel thuis! In de avond stormt het enorm en net als we eten hebben besteld, slaat de bliksem in en val talle stroom uit. Bij het kaarslicht doen we spelletjes en wachten we twee uur tot de keuken weer open gaat, ons eten eindelijk klaar is en de ergste regen voorbij is. De volgende dag bezoeken we Isla del Sol, een eiland in Lago Titicaca waar je kunt kamperen op het strand. Overal lopen varkens en zwijntjes, en wanneer we rond het meer hiken doen de groene en blauwe kleuren van het water en de mooie stranden denken aan een tropisch eiland. Op een verlaten strandje raak ik aan de praat met twee Chileense jongens, en we besluiten samen een hike rondom het eiland te maken – om uiteindelijk flink te verdwalen. Na twee nachten op het eiland te hebben vertoeft vertrekken we met een bus naar Uyuni.


In Uyuni zelf is niet veel te beleven, maar vanuit Uyuni zijn trips naar de zoutvlaktes te boeken. De Salar de Uyuni was vroeger een zoutmeer, maar is inmiddels opgedroogd. Met onze tour stoppen we eerst op een Begraafplaats voor Treinen (ja, echt). Vervolgens rijden we met een auto over de zoutvlakte. Het is heel gek, het ziet er uit als sneeuw, maar het is hard en niet koud, en bovendien enorm zout. Doordat er een klein laagje water op het zout ligt, weerspiegelen de wolken en de zon en voelt het alsof we in de hemel zijn beland.
- Tip voor de Salar de Uyuni: neem slippers mee, je schoenen worden hier geruïneerd door het zout. Oh en wrijf niet met je zoute handen over je droge benen: nieuwe, brandende littekens als gevolg.


Na Uyuni vertrekken we door naar Potosi, hier verblijven we een dag om de mijnen te bezoeken. Ik moet eerlijk zeggen dat het wel indrukwekkend is, maar dat het me niet zo boeit als de mooie natuurgebieden die ik tot nu toe heb gezien. Na ons eigen dynamiet te hebben aangestoken en een dubbele hartverzakking te hebben gehad, vertrekken we door naar Sucre. Helaas missen we door een bizarre samenloop van omstandigheden de laatste bus, en zijn we genoodzaakt een taxi te nemen.


In Sucre voel ik me eindelijk weer helemaal thuis! Wat een fijne stad. We boeken een fijn hostel (Wasi Masi) waar we heerlijk ontbijt krijgen en een eigen keuken hebben om te koken. Temperaturen zijn weer een stuk fijner dan in Potosi en de mensen in deze stad zijn ook een stuk vriendelijker.
Met z’n drieën besluiten we de 7 watervallen te bezoeken. Na een flink stuk met een lokale bus komen we aan in de middle of nowhere en zoeken we een weg naar de watervallen. Ik heb meteen al spijt dat ik geen goede schoenen aan heb, blaren en nieuwe gaten in mijn schoenen. De tocht die we maken is prachtig! We klimmen langs watervallen omhoog op de rotsen, de ene klim nog meer uitdagend dan de ander. Na 5uur geklommen te hebben proberen we een weg terug te vinden, omhoog langs de rotsen en dwars door de velden (nieuwe littekens).
Vandaag vertrekken mijn reismaatjes verder naar Santa Cruz, ik besluit nog even in Sucre te blijven en zal vanaf hier over een paar dagen naar La Paz vertrekken om daar Lisa en Lando, twee vrienden uit Utrecht, te ontmoeten en samen de jungle in te gaan.


Een van de grootste verschillen tussen Peru en Bolivia is de mensen. In de grote steden valt het mee, maar in de kleinere dorpjes in Bolivia zijn mensen erg nors en onvriendelijk. Op de markt snauwen ze je af wanneer je aan het fruit voelt dat je wilt kopen, en ze zijn niet erg behulpzaam wanneer je ze een vraag stelt over de weg. Verder is Bolivia stukken armoediger dan Peru, overal op straat ligt vuilnis en zwerven honden. De huizen zijn maar half af, en alles is dor en droog. De grotere steden zijn een stuk mooier, maar niet te vergelijken met Peru. De prijzen zijn wel een stuk lager dan de prijzen in Peru, voor een privékamer met eigen wc en douche betaal je hier ongeveer €5,-, voor een dormitorio betaal je €3,- en voor een goede 3-gangen lunchmaaltijd betaal je hier slechts €1,50.


Als je alleen reist kom je snel en makkelijk in contact met anderen, daar hoef je je niet druk om te maken. Maar ik merk dat ik het soms ook lastig vind om die contacten vervolgens weer af te breken. Ik heb een tijdje met een man samen gereisd waar ik eigenlijk al vrij snel genoeg van had, we verschilden te veel van elkaar. Maar als je dezelfde route volgt, en op deze plekken geen hostels vindt om nieuwe mensen te ontmoeten, wat dan? Ik heb het moeilijk gevonden om duidelijk te maken dat ik niet meer samen wilde reizen, maar heb hier ook weer van geleerd. Ik weet nog niet hoe ik dit een volgende keer zou aanpakken, maar ik vertrouw er op dat ik hier mijn weg weer in vind.

Peru - deel 1

Na 3 weken gereisd te hebben is het tijd voor een update. Het voelt alsof ik al 2 maanden weg ben, ik weet niet of dat aan het klimaat ligt, aan de hoeveelheid dingen die ik al heb gedaan en gezien, aan de vele verschillende mensen die ik al heb ontmoet, aan de ontelbare indrukken die ik heb opgedaan of aan het feit dat ik hier gewoon helemaal niks moet en zo uitgerust ben. Anyways, het is heerlijk!

Na een vlucht van ongeveer 20uur kwam ik midden in de nacht aan in Lima, met handen-en-voeten-Spaans een taxi naar mijn hostel genomen. Heel vreemd om in een warm land te komen, waar lichtkabels van sneeuwpoppen en kerstklokjes tussen het verkeer stonden. Nadat de taxichauffeur drie keer verdwaald was eindelijk aangekomen in mijn hostel. Helaas sprak de staff geen Engels, waren er überhaupt geen andere gasten in het hostel, werd mijn tas op een bed gegooid en werd ik verder alleen gelaten. De regen drupte door het dak heen, op het bed boven mij, dus ik besloot maar gewoon te gaan slapen en morgen verder te kijken. Op de eerste dag in Lima ben ik rond gaan lopen door Barranco, de artistieke wijk in Lima waar ik verbleef. Wat een prachtige gebouwen en kleuren! Op de muren staan prachtige schilderingen en overal zijn mooie parkjes met bomen en bloemen, zo kleurrijk! Op het strand zitten hele families bij elkaar, alle leeftijden. Ik had niet gedacht dat ik het zo lekker en zo makkelijk zou vinden om alleen te zijn, maar het bevalt me goed!
Na een paar dagen ben ik gewisseld van hostel, en heb ik besloten met een jongen uit België mee te reizen naar Huanchaco, een surfplek 9uur ten noorden van Lima. Lima zelf heeft niet zo veel indruk op mij gemaakt, het is een grijze, drukke, business-stad waar je makkelijk in kunt verdwijnen + verdwalen. Er zijn wel een aantal mooie gebouwen en kerken te vinden in Lima die de moeite waard zijn. Zo heb ik het Monasterio de San Francisco bezocht, een oud klooster met hele indrukwekkende, horror-achtige catacomben. Er zijn in Lima ook een aantal lokale markten, waar veel locals te vinden zijn. De drukte daar deed me denken aan Bankok, mensen die je naar hun kraampje proberen te roepen, enorme vissen op toonbanken en kippen, koeien en varkens die aan haken hangen. Op deze lokale markt hebben we ceviche gegeten, een typisch perivuaans gerecht van rauwe vis met heel veel uien en een speciaal soort saus met limoen. Lekker en apart, met een risico op buikkrampen later. De wijk Barranco is prachtig, heeft een hele relaxte sfeer en is dicht bij het strand. In Miraflores, een andere wijk in Lima, zijn wel een aantal leuke clubs, maar het nachtleven hier trekt mij toch niet zo.
Het boeken van een bus in Lima heeft mij kennis laten maken met het welbekende mañana mañana fenomeen: volgens internet zou het kantoor van het busbedrijf open zijn van 10.00 am tot 10.00 pm, ma t/m zo. Aangekomen op het kantoor om 13.50 hangt er een briefje op de deur dat de medewerkers net zijn lunchen en dat ze om 15.00 weer terug zijn. Had ik wel kunnen weten natuurlijk, dus ik besluit om zelf ook even te gaan lunchen. Om 15.10 weer terug aangekomen op het kantoor, niemand daar. Om 15.50 komt er heel rustig een dame aanlopen, zeggende dat ze pas om 14.30 is gaan lunchen. Het is even anders dan hoe dingen in Nederland gaan, maar ik heb 6 maanden om te reizen, dus alle tijd en geen haast. Dat wordt mijn motto: \'Geen haast in Zuid-Amerika\' ;)

De busrit naar Trujillo (en vervolgens taxi naar Huanchaco) was nog comfortabeler dan een vliegtuig. Luxe stoelen met genoeg beenruimte, eigen tv-tje met keuze uit genoeg films, een dekentje, drankje en hapje. Zo kan ik wel reizen! Aangekomen in Huanchaco vinden we een heel gaaf en goedkoop hostel (Naylamp) met grote tuin, hangmatten, eigen keuken, chillbanken en mensen die muziek maken. We voelen ons meteen thuis! Op de lokale markt kopen we heerlijk fruit, groenten en broodjes voor lunch. Het weer is hier fantastisch en de zee is heerlijk. Niet om rustig in te zwemmen, maar om ruig in te verdwijnen. Het is hier een uitdaging om het water in te gaan zonder om te vallen, of om het water uit te komen met je hele bikini nog aan. De zonsondergang hier is zo mogelijk nog mooier dan die in Lima. De zon als een grote sinaasappel net boven het water, brandend op je gezicht, en de oceaan die verandert in een bad van champagnebubbels. Het is magisch.
Huanchaco is echt een surfplek, dus ik besluit om ook een surfles te nemen. Hoewel ik had gedacht dat ik het echt niet leuk zou vinden en gefrustreerd zou raken omdat ik het niet meteen zou kunnen, vond ik het verbazingwekkend genoeg heel gaaf! Al was het alleen al om een grote golf op me af te zien komen, met daarin honderden vissen die omhoog springen. De kwallen zo groot als een onderbeen waren dan weer wat minder fijn, maar net zo indrukwekkend. BBC Oceans Deep is er niks bij. Het surfen zelf is makkelijker dan ik dacht, het peddelen tegen de golven in is wat me meer moeite kost. Met een klein duwtje van mijn surfleraar is het me een paar keer gelukt om recht op te staan. Ik heb nog geen \'waves geshred\' zoals de profi surfer het zou noemen, maar ik was best een beetje trots. De volgende dag kon ik helaas mijn schouder amper bewegen door mijn overbelasting/hypermobiliteit, dus het surfen moet weer even wachten voor mij.
Tot nu toe heb ik een fijne reisbuddy gehad die goed Spaans sprak, waardoor ik zelf nog niet echt gedwongen was om Spaans te spreken. De meeste simpele gesprekken kan ik wel begrijpen omdat ik veel dingen uit het Frans herken, maar ik merk wel dat ik me gehandicapt voel zonder echt de taal van de locals te spreken. Daarom besloot ik om Spaanse les te nemen om wat basis te leren. Dit raad ik mensen die in Zuid-Amerika gaan reizen echt aan!

Iets waar je ook niet onderuit kan als je in Zuid-Amerika reist, is ziek worden. Het is klote, maar hoort er wel bij. Veel water drinken en zorgen dat je een wc in de buurt hebt is een van de weinige dingen die je kunt doen.


Na een week te hebben gechilled en volledig ontspannen te zijn, besloot ik om in mijn eentje verder te reizen naar Cusco. Ik was de bruine woestijnachtige omgeving zat en was toe aan groene bomen. Dus na een pittige busrit van 45uur kwam ik aan in Cusco. Cusco ligt op 3400m hoogte dus het is een stuk kouder dan in de vorige plekken waar ik vertoefde. Even wennen dus. Maar ondanks dat was ik meteen verkocht aan Cusco. Wat een prachtige stad, omringd door machtige gebergtes. De sfeer in Cusco spreekt mij ook meteen aan, een beetje een gevoel van Utrecht krijg ik er wel. Alle clubs, hostels en marktjes zijn op loop-afstand en alle gebouwen en parkjes zijn zo mooi! Na een paar dagen de stad te hebben verkend, warmere kleding van Alpaca wol te hebben gekocht en cuy (guinea pig) te hebben gegeten (de vegetariër in mij maakt plaats voor traditionele peruviaanse gerechten), boek ik een tour naar Machu Picchu. Ik kies voor de Inka Jungle Trail omdat deze de meeste variatie in activiteiten biedt.

- Dag 1: We beginnen vroeg in de ochtend en rijden met een busje van Cusco naar Abra Malaga, met een altitude van 4350m het hoogste punt. Vanaf daar mountainbiken we naar Santa Maria (altitude 1430m). Het is echt de meest fantastische fietstocht die ik ooit gemaakt heb. Ik denk dat we in de 3000 meter die we gedaald zijn alle seizoenen hebben meegemaakt. We begonnen in de wolken, met ijzige kou en kleine sneeuwvlokjes, vervolgens daalden we een stuk en fietsten we door de stromende regen. Maar gingen we dan weer een bocht om, dan was er ineens heerlijke warme lucht en zon. Dit alles zorgde voor heerlijke geuren en prachtige uitzichten. Grote vogels die naast ons vlogen en dieren die we wel hoorden maar niet konden zien. Door het regenseizoen waren de watervallen groter geworden en liepen ze als rivieren over de weg heen. Met onze fietsen er doorheen was best pittig, van top tot teen doorweekt en ijskoud. Maar de kick van het fietsen door deze bergen overwon dit zeker.

- Dag 2: Om 7uur \'s ochtends staan we klaar om de hike te beginnen. Helaas heb ik koorts, keelpijn en buikkrampen (misschien toch hoogteziekte?), maar ik zal toch moeten geloven aan de hike. Het is prachtig en dodelijk vermoeiend tegelijkertijd. Mijn schoenen zijn nog doorweekt van het fietsen door de rivieren gister, dus dat helpt ook niet echt mee. We klimmen gevaarlijke stukken omhoog in een hoog tempo in de brandende zon, ik denk niet dat ik ooit eerder in mijn leven heb gezweet, of mijn beenspieren heb gebruikt. Maar door alle adrenaline voel ik me wel een stuk beter. Het is fantastisch om zo door de jungle te lopen, papegaaien te zien en enorme duizendpoten en dikke spinnen te ontwijken. De miljoenen verschillende kleuren, de duizenden verschillende geuren, het is echt echt echt fantastisch hier. De geur van overrijpe mango wordt verdrongen door de zoete smaak van een perfecte mango (ik denk niet dat ik ooit eerder zulke lekkere mango heb gegeten als deze uit de jungle). Onze gids vertelt ons de geschiedenis van de Inka\'s en speelt tijdens het lopen voor ons op zijn (pam)fluit (als hij niet buiten adem is van het klimmen). Na flink verdwaald te zijn geweest komen we naar 9uur hiken eindelijk aan bij de hot springs. Dit is een natuurlijk zwembad met warm bergwater, heerlijk om 3uur lang in te ontspannen. Vervolgens lopen we het laatste stuk naar Santa Teresa.

- Dag 3: We hiken naar een plek om te zip-linen, midden in de bergen. Ondersteboven van de ene berg naar de andere berg vliegen. Wat een kick!! Tip voor dames die dit in de toekomst ook eens willen proberen en hier graag leuke foto\'s van willen, trek een koltrui aan. Gecensureerde foto\'s zal ik binnenkort uploaden als de pc\'s het hier toelaten.
Na het zip-linen hiken we 5uur in de regen naar Aguas Calientes.

- Dag 4: Helaas word ik opnieuw doodziek wakker. Ik twijfel of ik extra zal betalen voor een bus naar Machu Picchu maar besluit toch om te lopen. Af en toe stoppen om over te geven en dan weer verder, 2uur lang trappen oplopen met ongelijke hoogtes. Zweten krijgt (opnieuw) een nieuwe betekenis. Eenmaal boven aangekomen word ik stiekem een beetje emotioneel. Wat een indrukwekkend uitzicht. Ik had niet gedacht dat dit zo veel indruk op mij zou maken. Ik zou zo graag goed willen omschrijven hoe het daar is, maar het zal alleen maar af doen aan de werkelijkheid. Het is een van de zeven wereldwonderen, en ik kan eigenlijk alleen maar zeggen dat het adembenemend is. Tip voor de mensen die de Machu Picchu gaan beklimmen, boek van tevoren ook Huayna Picchu, de grootste berg bij Machu Picchu. Het is opnieuw even een flinke klim, maar vanaf hier is het uitzicht zo mogelijk nog betoverender. Ik heb op het topje van de berg een paar uur gezeten en om me heen gekeken. Zo\'n uitzicht verveelt niet.


Gisterochtend ben ik terug gekomen van Machu Picchu en ik heb gisteravond een bus naar Arequipa gepakt. Mijn telefoon is helaas op mysterieuze manier kapot gegaan, dus ik ben voorlopig te bereiken via mail (vera_boesten@hotmail.com) of via facebook. Als ik genoeg heb van Arequipa zal ik richting Lake Titicaca vertrekken en van daaruit de grens over gaan naar Bolivia.


Ik zou nog 100 dingen op kunnen schrijven die ik allemaal heb meegemaakt, gezien of heb geproefd, maar voor nu laat ik het hier bij. Gefeliciteerd als je deze hele blog hebt uit gelezen!




Tips voor reizigers:
- Neem je studentenkaart mee! (in het Engels als je die hebt) Je kan op veel plekken korting krijgen.
- Neem genoeg ORS mee vanuit huis.
- Ook als je denkt dat je naar een warm land gaat, neem genoeg warme kleding mee.
- Afdingen is niet lullig, het hoort.

- Check voordat je een tour boekt goed wat er allemaal bij inbegrepen zit en wat je nog extra moet betalen.


Verder even om mijn bezorgde familie gerust te stellen: het is echt niet gevaarlijk om in je eentje te reizen in Zuid-Amerika. Natuurlijk moet je opletten, je spullen in de gaten houden en niet zomaar dingen aannemen van vreemden, maar het is echt opvallend hoe vriendelijk de locals hier zijn naar meisjes die alleen reizen. Ik heb al een aantal keer in mijn eentje op een bus gewacht of in een parkje gezeten, en er komen vrijwel altijd locals naar me toe om een praatje te maken. Ze komen niks verkopen, nee het is gewoon oprechte interesse. Ik zit er eerlijk gezegd niet altijd op te wachten, maar het geeft wel een veilig gevoel.